Een bijzondere soep van knolcapucien met een sprenkel Dukkah. De soep is de perfecte lunch met vers geroosterd brood op een koude regenachtige herfst- of winterdag.

De bloem van de knolcapucien lijkt op de kap van een Kapucijner monnik, vandaar de naam. Het is familie van de Oost Indische kers. Het blad en de bloem van de knolcapucien smaken nagenoeg hetzelfde als die van de Oost Indische kers en kun je ook eten.

De knolcapucien is een belangrijke voedselbron voor Zuid-Amerikaanse landen als Peru, Colombia, Ecuador en Chili. Hij wordt daar al ruim 10.000 jaar geteeld en gegeten. Een knol heeft 2 keer zoveel vitaminen C dan een sinaasappel en er zitten stoffen in, die bepaalde soorten kanker kunnen voorkomen. Mooi gezond knolletje dus.

Smaak

Rauw smaken ze ontzettend pittig op z'n mierikswortel. Het is een soort sappige, knapperige, pittige, anijs radijs. Erg lekker, maar niet in grote hoeveelheden. Je zou het als een zeer fijngesneden augurkje kunnen gebruiken in gerechten en zelfs bij een blokje oude geitenkaas.

Verwarmd veranderd deze knol ineens in een heerlijke zachte groente met veel smaak. Qua structuur zit het tussen een aardappel en aardpeer in. De smaak heeft veel weg van een mooie asperge, die wordt nagezongen door een vleugje venkel. Heel verrassend!

Ze zijn wat flauw van zichzelf en kunnen dus best een zoute partner gebruiken; kaas, spek of ham bijvoorbeeld. Verder is room(boter) en/of een gekookt eitje ook een mooie aanvulling (maar ja, waar smaakt dat niet lekker bij…) Kruiden die goed bij de knolcapucien passen zijn venkel, komijn en karwij. Ook noten, truffelolie, rozemarijn en tijm, doen het goed als de knol gaar is.

Met dit alles in gedachten kom ik bijvoorbeeld uit op deze Knolcapucien soep met een sprenkel van mijn Dukkah. Als je dit niet hebt en niet wil/kan maken, laat je dit gewoon weg. Verder dacht ik aan deze lauw warme salade van knolcapucien. Tot slot heb ik nog een knolcapucien pickle gemaakt op de volgende manier:

• Was de knolcapucienen en verwijder al het achtergebleven zand in de kleine plooien van de knol. Snijd hem in dunne plakjes.
• Kook 200 ml water met 200 ml azijn en voeg 1 ruime theelepel honing, 1 theelepel (hele korrels) 4-seizoenenpeper, 1/2 theelepel zout, 1/2 theelepel komijn, 1/2 theelepel venkelzaadjes en 1/4 theelepel karwij toe. Laat 5 minuten zachtjes pruttelen.
• Doe de plakjes knolcapucien in een brandschone pot en giet de azijn, water en kruiden erover. Zet de pot ondersteboven en laat hem afkoelen. Daarna kan hij in de koelkast.