Appelbollen van vroeger
Tijd voor appelbollen van vroeger en een huis dat ruikt naar warme appel met kaneel, gesmolten boter en suiker en dat krokant gebakken laagje bladerdeeg. Loop bij jou ook het water al in de mond?
Porties Prep Tijd
2personen 5minuten
Kook Tijd
30minuten
Porties Prep Tijd
2personen 5minuten
Kook Tijd
30minuten
Ingrediƫnten
Instructies
  1. Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius (hete lucht) en op 200 graden Celsius (elektrisch).
  2. Haal 2 vellen bladerdeeg uit de verpakking om ze een beetje te laten ontdooien. Het deeg moet nog wel steeds koud zijn. Tegen de tijd dat je klaar bent met de appels is het deeg klaar voor verder gebruik.
  3. Prepareer de appels: Schil de appels en wrijf ze in met citroensap. De onderkant van de appel heeft een kroontje. Snijd deze er voorzichtig af. De appel blijft aan de onderkant gesloten, anders loopt de kaneel en suiker er uit. Lepel nu het klokhuis er uit, dit gaat gemakkelijk met een appelboor of theelepel.
  4. Vul de appels elk met een 1/2 eetlepel kaneel, suiker en boter.
  5. Rol het bladerdeeg iets uit, zodat de appel er in gaat passen. (het deeg blijft vierkant)
  6. Vouw het deeg om de appel heen en laat bovenin een kleine opening zodat stoom kan ontsnappen.
  7. De oven is als het goed is nu voorverwarmd. Zet de appels op een bakplaat met eronder aluminiumfolie of bakpapier. Heb je dit niet kun je de bakplaat natuurlijk ook gewoon invetten tegen het plakken. Schuif de appels in de oven en bak ze in 30 a 35 minuten goudbruin.
  8. Halveer de granaatappel en sla met een lepel (op de bolle kant) de pitten eruit boven een kom. Schep de pitjes met het sap in 2 glaasjes en leg op elk glaasje 2 muntblaadjes. Dit is een mooie frisse tegenhanger tegen de zoete appelbol. Al laat ik het de volgende keer weg, ouderwets blijkt toch het lekkerste!