Wij hadden vroeger in de tuin een boomgaard(je) met 2 jonagold appelbomen, een conference perenboom, 1 reine Victoria pruimenboom en zelfs 1 perzikboom. Hier werd van alles van gemaakt, maar het lekkerste vond ik daarvan de appelbollen, die ik dan samen met mijn moeder maakte.
Vanochtend waren we bij “de appelboer” Westeneng uit Zeist. Zij noemen zich klein, maar hebben toch wel heel veel meer bomen dan wij vroeger in ons boomgaardje! We bestelden 1 kg Elstar en werden erop gewezen dat ze tegen het eind lopen en nog maar 3 weken lekker zijn. Dan is het tijd om over te stappen op de jonagold.
Van Westeneng senior (althans dat vermoed ik) kregen wij, na plechtig te beloven ook voor de jonagold weer terug te komen, 2 jonagolds mee. Voordat de man zijn tanden erin kon zetten heb ik beide appels ingenomen, wel belooft er iets lekkers van te maken natuurlijk. Sinds mijn jeugd had ik al geen appelbollen meer gemaakt. Ik had ze nog wel een keer gegeten bij de V&D met een schoteltje vanillesaus. Het werd hoog tijd dat mijn huis weer zou ruiken naar warme appel met kaneel, gesmolten boter en suiker en dat krokant gebakken laagje bladerdeeg. Loop bij jou ook het water al in de mond?
Ik loop nog even naar Ekoland voor bladerdeeg en koop op impuls ook een granaatappel. Ik maak mijzelf wijs, dat ik daarmee een moderne draai aan het oude recept kan geven. Het blijkt inderdaad best bij elkaar te passen, maar de appelbollen van vroeger hebben geen granaatappel nodig. Ik laat het dan ook de volgende keer weer achterwegen.
KookgereiHet werkt heel prettig om naast je ingrediënten, ook je kookgerei klaar te zetten. Improviseren kan altijd, maar de volgende materialen maken het je echt gemakkelijk: Bakplaat, bakpapier, appelboor, mesje of dunschiller en deegroller |
Recept Appelbollen van vroeger
Porties | Bereidingstijd |
2 personen | 5 minuten |
Kook Tijd |
30 minuten |
|
|
Tijd voor appelbollen van vroeger en een huis dat ruikt naar warme appel met kaneel, gesmolten boter en suiker en dat krokant gebakken laagje bladerdeeg. Loop bij jou ook het water al in de mond?
|
- Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius (hete lucht) en op 200 graden Celsius (elektrisch).
- Haal 2 vellen bladerdeeg uit de verpakking om ze een beetje te laten ontdooien. Het deeg moet nog wel steeds koud zijn. Tegen de tijd dat je klaar bent met de appels is het deeg klaar voor verder gebruik.
- Prepareer de appels: Schil de appels en wrijf ze in met citroensap. De onderkant van de appel heeft een kroontje. Snijd deze er voorzichtig af. De appel blijft aan de onderkant gesloten, anders loopt de kaneel en suiker er uit. Lepel nu het klokhuis er uit, dit gaat gemakkelijk met een appelboor of theelepel.
- Vul de appels elk met een 1/2 eetlepel kaneel, suiker en boter.
- Rol het bladerdeeg iets uit, zodat de appel er in gaat passen. (het deeg blijft vierkant)
- Vouw het deeg om de appel heen en laat bovenin een kleine opening zodat stoom kan ontsnappen.
- De oven is als het goed is nu voorverwarmd. Zet de appels op een bakplaat met eronder aluminiumfolie of bakpapier. Heb je dit niet kun je de bakplaat natuurlijk ook gewoon invetten tegen het plakken. Schuif de appels in de oven en bak ze in 30 a 35 minuten goudbruin.
- Halveer de granaatappel en sla met een lepel (op de bolle kant) de pitten eruit boven een kom. Schep de pitjes met het sap in 2 glaasjes en leg op elk glaasje 2 muntblaadjes. Dit is een mooie frisse tegenhanger tegen de zoete appelbol. Al laat ik het de volgende keer weg, ouderwets blijkt toch het lekkerste!